Lezen lezen

Leren lezen is een van de belangrijkste vaardigheden die kinderen op de basisschool leren. Vlot en goed leren lezen aan het begin van de basisschool is nodig omdat bij veel vakken op school teksten een belangrijke rol spelen. Als kinderen niet goed kunnen lezen, betekent dit een grote handicap voor het verwerven van kennis op allerlei terreinen. Het boek heeft grote concurrentie van nieuwere media zoals televisie en (spel)computer, maar ook voor het laatste is goed kunnen lezen onmisbaar.

U kunt veel doen om de leesontwikkeling van uw kind te stimuleren. Daarom enkele tips om uw kind meer te laten lezen:

 Tip 1 – Lees dagelijks 10 minuten.

Als Uw kind moeizaam leest, is het belangrijk thuis samen te lezen. Lezen leer je door te lezen.

Veel leeskilometers maken !

Lees dagelijks 10 minuten.

 Tip 2 – Zorg voor een prettige leessfeer.

Zet Uw kind niet onder druk, maar creëer een ontspannen sfeer. 

Het samen lezen met Uw kind mag nooit iets onplezierigs worden. 

Moedig Uw kind tijdens het lezen aan en geef een complimentje als het goed gaat. Het kind ervaart hierdoor dat het lezen lukt en krijgt meer zelfvertrouwen.

 Tip 3 – Lees met vaste regelmaat.

Het is beter voor de leesontwikkeling iedere dag tien minuten samen te lezen of voor te lezen dan dat u één keer per week een uur hieraan besteedt. Dus maak met uw kind bij voorkeur dagelijks minimaal tien minuten vrij om rustig (voor) te lezen.

 Tip 4 – Blijf zo lang als kan voorlezen.

Ook kinderen die zelf kunnen lezen vinden het fijn om voorgelezen te worden. Bovendien oefent u hiermee de luistervaardigheden en woordenschat. Overigens hoeven dit niet alleen leesboeken te zijn. Informatieve teksten uit kranten of tijdschriften kunnen ook samen gelezen worden. Zo blijven kinderen geïnteresseerd in verschillende soorten leesbronnen.

 Tip 5 – Stel vragen en praat verder.

Praten met kinderen over een boek kan heel verrassend zijn. Wanneer een kind zijn ervaringen met een boek met anderen kan bespreken leidt het vaak ook tot nieuwe ideeën en inzichten, tot een beter begrip van het boek en een groter plezier in het lezen. Door bijvoorbeeld uw kind te vragen een voorspelling te doen over het verdere verloop van het verhaal of boek oefent u vaardigheden die te maken hebben met begrijpend lezen.

 Voor het lezen:

– Waar denk je dat de tekst over gaat als je kijkt naar de titel en de tekeningen?

– Wat weet je al van dit onderwerp? 

 Tijdens het lezen: 

– Gaat het verhaal/de tekst over datgene dat je dacht? 

– Hoe zal het verhaal/de tekst verder gaan? 

 Na het lezen:

– Ben je te weten gekomen wat je wilde weten?

– Kun je het verhaal/de inhoud van de tekst samenvatten?

 Tip 6 – Lees samen met uw kind(eren).

Als het lezen heel moeizaam gaat, kunt U samen lezen, bijvoorbeeld om de beurt een zin. 

Laat Uw kind vooral teksten lezen over onderwerpen die het interesseert of waar het veel van weet.

Houd met school contact over de leesontwikkeling van Uw kind.

 Tip 7 – Kies een boek dat past bij uw kind.

Om het leesniveau van een kind te meten en te toetsen wordt op scholen gebruik gemaakt van het AVI-systeem.

Voor het aanschaffen en lenen van boeken kunt u ook gebruik maken van deze AVI- aanduidingen.

Daarnaast is het minstens zo belangrijk dat uw kind met plezier leest en geïnteresseerd is in het onderwerp. Laat uw kind daarom in een bibliotheek uitzoeken wat het zelf leuk vindt. Een boek waar een kind interesse in heeft, geeft de meeste kans op succes.

Naast leesboeken met een verhaal, zijn er ook veel informatieve boeken over allerlei onderwerpen te leen. Als er in de klas over een bepaald thema wordt gewerkt, kunt u met een kind gericht een informatieboek hierover uitzoeken.

 Tip 8 – Voor beginnende lezers

Uw kind leert lezen. U kunt daar thuis met uw kind op inspelen. Belangrijk is daarbij de manier waarop U de letters uitspreekt. Spreek bij het lezen met Uw kind letters niet uit, zoals U dat doet wanneer U het alfabet opzegt, maar als in onderstaande voorbeelden:

 a : geen aa, maar als in tak

 aa: als in maan

 b : niet bee, maar bu, met een bijna onhoorbare u

 e : geen ee, maar als in zes

 ee: als in teen

 f : geen ef, maar fff

 h : geen haa, maar hu, met een bijna onhoorbare u

 ie: als in fiets

 z :geen zet, maar zzz

Als uw kind moeite heeft met een bepaald woord, kunt u vragen om eerst de letters van dat woord afzonderlijk te lezen, bijvoorbeeld b – oe – k en daarna de letters “aan elkaar te plakken” en het hele woord vloeiend te lezen: boek.

Voor het aanschaffen en lenen van boeken kunt U gebruik maken van de AVI-aanduidingen.

Hopelijk zijn dit enkele tips om meer plezier te hebben tijdens het lezen en zo het lezen te bevorderen.

Het zorgteam